Naar huis met complimenten en huiswerk

“Bij gebreke van tijdige of volledige betaling komt het voorstel van cliënte te vervallen en is het volledige bedrag weer ineens en in zijn geheel opeisbaar. In dat geval zullen wij u namens cliënte in rechte betrekken” Deze zin had je een aantal jaar geleden zomaar tegen kunnen komen in één van onze brieven. De huidige tijd vraagt om heldere taal. Daar hebben we ons voor ingespannen door onze brieven en e-mails aan te passen naar B1-niveau. Vraag is: is dat voldoende?

Een mooie kans om antwoord te vinden op deze vraag doet zich voor in de Week van de Alfabetisering. Op een centrale locatie in het levendige stadshart van Rotterdam ontmoeten diverse organisaties elkaar om te spreken over Taal en Geld. Als deurwaarder(s) lijken we misschien een vreemde eend in de bijt tussen SKIN-Rotterdam (samenwerkende migrantenkerken), Budgetmaatjes010, Gers met Geld, Stichting Lezen en Schrijven, etc. Als ondertekenaar van het Taalakkoord van de gemeente Rotterdam gaan we echter juist graag de dialoog aan met diverse partners in de stad.

De bijeenkomst wordt geopend door niemand minder dan wethouder Michiel Grauss. Van hem horen we dat er 2,5 miljoen mensen in Nederland ongeletterd zijn. Van de mensen met schulden heeft meer dan de helft van de mensen moeite met taal. Wat volgt is een presentatie van Carolyn Nivillac-Gijsbertha, pastor in een migrantenkerk in Hoogvliet. Wist je dat 30% van de mensen in Hoogvliet laaggeletterd is? Pastor Carolyn heeft in haar kerk onderzoek gedaan naar de relatie tussen geletterdheid en de kans dat iemand in financiële problemen komt. De uitkomst van haar eigen onderzoek bevestigde haar in de noodzaak van het taalproject wat de migrantenkerk aanbiedt aan mensen van binnen en buiten haar kerk.

En dan echt aan het werk! Zes speeddatetafels worden ingericht, alle bemenst door de verschillende organisaties die aanwezig zijn. Ook Flanderijn heeft haar eigen speeddatetafel. Het wordt spannend… Het vraagt lef om mensen die zich bezighouden met taalontwikkeling te bevragen op je eigen prestaties. Zijn we duidelijk genoeg in onze brieven? Is voor onze (en hun!) doelgroep helder wat ze moeten doen na het lezen van een e-mail van Flanderijn? Waar kunnen we onze dienstverlening en toegankelijkheid mogelijk verbeteren?

Als je feedback vraagt, moet je commentaar kunnen incasseren. En dat willen we, want daar leren we van… Zo horen we:

  • B1-niveau is voor een deel van de klanten nog te hoog gegrepen. Denk eens na over communiceren (voor sommige doelgroepen) op A1/A2-niveau.
  • maak meer reclame voor jullie chat-functie. Chatten is drempelverlagend.
  • het afgeven van een volmacht zou makkelijker moeten.
  • overweeg om te werken met pictogrammen. Beeld is zoveel duidelijker dan tekst.
  • maak actief kenbaar dat mensen contact kunnen opnemen met anderstaligen binnen je organisatie.
  • de mate van zelfredzaamheid die verwacht wordt van klanten is geregeld nog te groot.

Behalve deze feedback pakken we ook veel mee van het speeddaten met de andere ‘tafels’. Zo hebben we bijvoorbeeld een aanbod kunnen doen voor het verzorgen van een training voor budgetmaatjes. Ook vinden er mooie gesprekken plaats over het herkennen van analfabetisme aan de deur, over het actieve beleid van Flanderijn om laaggeletterden door te verwijzen naar het Taalinformatiepunt. En dan blijkt dat Flanderijn in dit gezelschap op haar plaats is. Onze gezamenlijke passie – de financiële zelfredzaamheid van mensen in Rotterdam en in Nederland vergroten – verbindt.

Kortom, we zijn goed op weg. Maar het kan altijd beter, dus het onderwerp blijft op de agenda en: er is werk aan de winkel!