Per 1 juli 2021 gelden er nieuwe wettelijk vastgestelde tarieven die gerechtsdeurwaarders bij schuldenaren in rekening mogen brengen. Voor de meeste tarieven die onder het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) vallen, betekent dat een verhoging. Een terechte, maar toch verrassende uitkomst na jaren van onderzoek naar de kostprijs van de ambtshandelingen. Wilbert van de Donk, ex-voorzitter van de KBvG, kijkt terug op het hele proces.

Tarieven moeten omlaag kunnen
“Het balletje is aan het rollen gebracht door een artikel in het Algemeen Dagblad in 2014. Een aantal experts, maar ook enkele gerechtsdeurwaarders spraken zich in dit artikel uit over de deurwaarderstarieven. Ze vonden dat de tarieven die gerechtsdeurwaarders bij schuldenaren in rekening brengen omlaag moesten. Hun argumenten: de tarieven waren gebaseerd op berekeningen uit 2001, die uitgingen van de werkelijke kosten die gerechtsdeurwaarders maken. En die kosten zouden dankzij de automatisering van het werk flink lager zijn.”  

Juist toename werkzaamheden
“We kregen ook andere signalen van onze achterban. Van gerechtsdeurwaarders wordt namelijk gevraagd om fors te investeren in hun bedrijfsvoering. Tegelijkertijd worden er ook hogere verwachtingen aan het werk van gerechtsdeurwaarders gesteld en hebben ze er steeds meer taken bijgekregen. Gerechtsdeurwaarders controleren nu bijvoorbeeld zelf via een eigen systeem of een schuldenaar daadwerkelijk woont op het opgegeven adres. Dat is een efficiënter proces en levert een forse besparing op. Voorheen was dat een proces waarbij we brieven over en weer naar de gemeente stuurden. 

Gerechtsdeurwaarders zijn ook allang niet meer alleen bezig met dagvaarden en innen. Steeds vaker doen zij werk dat officieel niet onder hun ambtelijke taken valt. Dan moet je denken aan het treffen van een betalingsregeling of het doorverwijzen naar schuldhulpverlening. Heel belangrijk voor de maatschappij, omdat je daarmee tot andere oplossingen kunt komen. Maar voor dat werk – dat juist ambtshandelingen voorkomt – is nog geen bekostiging geregeld.” 

Onderzoek: signalen serieus opgepakt
“Naar aanleiding van Kamervragen over het verschenen artikel heeft de staatssecretaris aangedrongen op een onderzoek naar onder meer de kostprijs van veelvoorkomende ambtshandelingen zoals de dagvaarding, het betekenen van een titel en beslag op loon. Dat is een goede stap geweest, want een onderzoek kan een uiteindelijk besluit onderbouwen en zorgt voor politiek draagvlak. De resultaten van dit onderzoek gaven echter te weinig houvast om goede conclusies op te baseren. Het werd een ‘eerste inventarisatie’ genoemd. Daarom heeft de staatssecretaris in 2018 besloten om een onafhankelijke commissie in te stellen: de Commissie herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Commissie-Oskam). Een van de opdrachten van de commissie – waar ik zelf onderdeel van uitmaakte – was om onderzoek te doen naar de integrale kostprijs van de ambtshandelingen.”

Advies commissie: tarieven indexeren
“In 2019 volgde uiteindelijk het rapport ‘Tussen markt en ambt’ van de commissie. Die commissie had veel meer tijd nodig gehad dan aanvankelijk verwacht. De opdracht bleek namelijk veel complexer dan gedacht. Hoe dan ook, de conclusie was dat de tariefstructuur van 2001 gedateerd is en dat deurwaarderskantoren in de tussentijd verder geprofessionaliseerd zijn. Daarvoor hebben de kantoren fors geïnvesteerd in ICT, naleving van voorschriften, opleiding en kwaliteitsbewaking. De commissie adviseerde – tegen de verwachting van wat enkelen in 2014 riepen – om de tarieven met 16 procent te indexeren. Dat advies heeft de minister overgenomen. 

Daarnaast beveelt de commissie aan dat gerechtsdeurwaarders ook beloond moeten worden wanneer ze een oplossing vinden om beslagen en ontruimingen te voorkomen. Dat advies is helaas nog niet overgenomen.”

Op de agenda
“In principe geeft de indexering van de tarieven per 1 juli aanstaande houvast voor de toekomst. Het maakt het systeem alleen nog niet toekomstbestendig. Daar is meer voor nodig. Gelukkig heb ik namens de KBvG in november 2020 een convenant met minister Dekker mogen sluiten, waardoor de aanpassing van de tariefstructuur onderwerp van gesprek blijft in de afstemming met het ministerie.”

Bron: www.kbvg.nl