Rechtbanken snijden verder in de algemene voorwaarden

Rechters toetsen in consumentenzaken steeds vaker ambtshalve of bepalingen in algemene voorwaarden in lijn zijn met het consumentenrecht. Daarbij beoordelen zij niet  alleen bedingen over buitengerechtelijke incassokosten, maar ook bepalingen over proceskosten.

Zoals wij al in september 2023 in ons advies hebben benadrukt, is het essentieel om algemene voorwaarden en overeenkomsten grondig te controleren op mogelijk oneerlijke bedingen. Ons advies toen: neem buitengerechtelijke kosten en rente niet op in de voorwaarden, maar volg bij het in rekening brengen van kosten en rente strikt de wet. Daarmee voorkomt u vernietiging van het beding én het risico dat u, als gevolg van Europese rechtspraak niet meer mag terugvallen op een wettelijke vervangende regeling (het ‘Dexia’ gevolg).

Bedingen boven het liquidatietarief riskant

Ook bepalingen over proceskosten blijken steeds vaker risicovol. Zo oordeelde de Rechtbank Noord-Holland dat een beding waarin méér dan het liquidatietarief wordt gevorderd van een consument, oneerlijk is. In deze situatie heeft de verhuurder een redelijk standaardbepaling in de algemene voorwaarden staan dat álle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten bij de huurder in rekening worden gebracht wanneer de huurder in gebreke blijft in het nakomen van verplichtingen. Het gegeven dat de rechtbank dit een oneerlijk beding vindt heeft in dit geval geen gevolgen voor de proceskostenveroordeling.

De rechter is immers op grond van de artikelen 237 en 242 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gehouden om de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te veroordelen en deze proceskosten mogen niet lager worden vastgesteld dan het liquidatietarief. De uitspraak laat echter zien dat bedingen die het mogelijk maken om meer te claimen dat het wettelijke tarief, op losse schroeven staan.

De Hoge Raad geeft (nog) geen volledige duidelijkheid

In vervolg op eerdere signalen (uit de lagere rechtspraak) heeft de Hoge Raad op 23 mei 2025 uitspraak gedaan over proceskostenbedingen. De Hoge Raad vindt ook dat een bepaling waarin de consument verplicht wordt om álle proceskosten van de professionele partij te dragen als hij verliest, in beginsel oneerlijk is. De vervolgvraag is of de rechter na vernietiging van zo’n beding de consument alsnog kan veroordelen in de proceskosten op grond van nationaal procesrecht, of dat Richtlijn oneerlijke bedingen zich hiertegen verzet. Daarom overweegt de Hoge Raad een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de EU om te verduidelijken of in zo’n geval ook geen beroep meer mag worden gedaan op de wettelijke proceskostenregeling. Dit zou wel in lijn zijn met het Dexia (en Gupfinger) arrest. Dit maakt het opnemen van dit soort bedingen in de algemenen voorwaarden risicovol.

Ons advies

Verwijder de volgende bedingen uit de algemene voorwaarden in consumentenzaken (B2C):

 

  • Buitengerechtelijke incassokosten
  • Rente
  • Proceskosten

Door deze onderwerpen volledig buiten de algemene voorwaarden te houden en op die manier uitsluitend aan te sluiten bij de wet, voorkomt u afwijzing van deze vorderingen.

Auteur - Annika van Oorsouw, teammanager legal Flanderijn