De Tweede Kamer wil de voorgenomen verhoging van de wettelijke tarieven voor gerechtsdeurwaarders uitstellen tot 1 juli 2021. De motie van Marijke van Beukering (D66) en Jasper van Dijk (SP) die daartoe oproept werd donderdagavond 25 februari met algemene stemmen aangenomen. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) heeft begrip voor het uitstel, gezien de corona-crisis.

Gezien de bijzondere omstandigheden kunnen we leven met de wens van de kamer,” zegt Michael Brouwer, voorzitter van de KBvG. “Tegelijk wachten gerechtsdeurwaarders al jaren op deze tariefsverhoging: we werken al zes jaar onder de kostprijs. Dus ik roep de minister op om dan ook uitvoering aan te geven aan de motie, en de tariefswijziging echt in te voeren per 1 juli.

Rechtvaardig onderbouwd tarief
De KBvG is blij dat de motie met zoveel woorden erkent dat de verhoging van de tarieven ‘onderdeel is van een bredere set noodzakelijke hervormingen’. De commissie Oskam adviseerde al in 2019 om de tarieven te verhogen én de marktwerking in te perken. De Tweede Kamer stemde in met beide voorstellen.

Brouwer: “Als KBvG hebben we vooruitlopend op de tariefswijziging de marktwerking beperkt met de Verordening Grenzen Tariefmodellen, die al sinds 1 januari van dit jaar van kracht is. Nu is het tijd om ook een rechtvaardig onderbouwd tarief in te voeren. Ambtshandelingen als dagvaarden en beslagleggen moeten aan de hoogste normen van zorgvuldigheid voldoen. Een redelijke vergoeding die de bestede tijd en gemaakte onkosten dekt, past daarbij.

Innovaties voor de hele schuldketen
Brouwer wijst bovendien op de nodige innovaties die gerechtsdeurwaarders de afgelopen jaren doorvoerden, zoals Schuldenwijzer, de vereenvoudigde beslagvrije voet en de Verwijsindex Schuldhulpverlening (VISH). “Vanuit onze expertise dragen we ons steentje bij aan het structureel verbeteren van de schuldenaanpak, en investeren we in concrete oplossingen voor de hele schuldenketen. Dat is het bredere kader waarbinnen de verhoging van de tarieven is beoordeeld.”