Flanderijn in cijfers - Jaarverslag 2024

In 2024 heeft Flanderijn een gezonde omzetgroei gerealiseerd. De totale netto omzet kwam uit op circa 52,9 miljoen euro, een stijging van 8% ten opzichte van 2023. Deze stijging was het resultaat van een forse toename van het werkaanbod, verbeterde prijsafspraken met opdrachtgevers, een toename van het aantal ambtelijke handelingen en een sterke groei bij onze deelnemingen. Flanderijn Invordering, Flanderijn Servicing en Flanderijn Incasso België lieten alle drie positieve omzetontwikkelingen zien.

Zoals al eerder beschreven nam het aantal nieuwe opdrachten met bijna 15% toe ten opzichte van 2023. Ook op het gebied van ambtelijke werkzaamheden zagen wij een duidelijke stijging: het aantal exploten nam met 10% toe tot 144.462 en het aantal dagvaardingsprocedures groeide met 11% tot 31.653.

Samen met de omzet groeide ook het resultaat. Deze kwam, na belastingen en afschrijvingen, uit op 5,4 miljoen euro. Dit is in lijn met onze doelstelling, namelijk een marge van 10%. De toename van het resultaat ten opzichte van 2023 (+70%) werd voornamelijk veroorzaakt door de omzetgroei in combinatie met relatief lagere kosten. De personeelskosten maakten in 2023 55,1% uit van de totale kosten, in 2024 was dit 56,7% (29,9 miljoen euro). De overige bedrijfskosten waren in 2024 1,5 miljoen euro lager dan in 2023 (2023: 31,5%, 2024: 25,7%)

Nieuwe vormen van dienstverlening en maatschappelijke impact
De omzetgroei is mede te danken aan uitbreiding van onze dienstverlening. In 2024 hebben wij onder andere het klantcontactcentrum voor het Tijdelijk Noodfonds Energie bemand. Ook zijn wij voor meerdere opdrachtgevers gestart met het product ‘contactherstel’, waarbij wij in een vroegtijdig stadium contact opnemen met een niet-betalende klant om te onderzoeken wat de oorzaak van de betalingsachterstand is. De toenemende vraag naar deze vorm van dienstverlening bevestigt dat onze expertise op het gebied van klantgericht en maatschappelijk verantwoord incasseren steeds vaker wordt herkend en gevraagd.

In een concurrerende markt waarin sociaal incasseren steeds meer de norm wordt, blijft Flanderijn zich onderscheiden met een kwalitatief hoogwaardige, oplossingsgerichte aanpak. Onze inzet op innovatie, sociaal incasseren en betrouwbare dienstverlening vertaalt zich in langdurige opdrachtgeversrelaties en in het zijn van marktleider in de incasso-en gerechtsdeurwaardersbranche.

Verdeling ambtelijke en niet-ambtelijke werkzaamheden
De omzet van Flanderijn bestaat uit twee hoofdcategorieën: ambtelijke en niet-ambtelijke werkzaamheden. In 2024 was 31% van onze totale omzet afkomstig uit ambtelijke werkzaamheden. Dit betreft onder andere het uitbrengen van dagvaardingen, betekenen van vonnissen, het leggen van beslagen en andere gerechtsdeurwaardershandelingen.

De overige 69% van de omzet komt voort uit onze niet-ambtelijke dienstverlening, waaronder projectmanagement, trainingen, debiteurenbeheer, minnelijke incasso, contactherstel, klantcontact en juridische ondersteuning zoals het opstellen van voorwaarden en advisering van opdrachtgevers

De kerncijfers van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders over 2024 laten zien dat het aandeel van de ambtelijke omzet (55%) over de hele gerechtsdeurwaardersbranche groter is dan de niet-ambtelijke omzet (45%). De omzetverdeling van Flanderijn wijkt hier dus aanmerkelijk van af. Dit wordt veroorzaakt doordat de nadruk bij Flanderijn ligt op het minnelijk oplossen van betalingsachterstanden waardoor de ambtelijke omzet minder hoog is.

Ook onze deelnemingen dragen substantieel bij aan de totale omzet. Flanderijn Invordering BV (gespecialiseerd in het innen van lokale belastingen), Flanderijn Incasso NV in België (minnelijke incasso in België en internationale incasso), en Flanderijn Servicing BV (debiteurenbeheer) lieten in 2024 een duidelijke groei zien. Deze organisaties spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen van onze kernactiviteiten en het versterken van onze positie als full-service creditmanagementorganisatie.

Duidelijke groei en inhoudelijke verschuiving
Het totale aantal exploten is in 2024 gestegen van 130.918 naar 144.462, een toename van 10,3% ten opzichte van 2023. Deze groei is aanzienlijk en wijkt af van de meer gematigde stijging van 3,7% in 2023. De stijging is met name het gevolg van een toenemend aantal sommatie-exploten, derdenbeslagen en overbetekeningen.

Gedetailleerde verschuivingen in typen exploten
De analyse van de verdeling naar explootsoorten over 2023 en 2024 toont aan dat er sprake is van duidelijke verschuivingen in het type ambtshandelingen dat wordt ingezet:

• Loonbeslagen zijn met 41% gestegen naar 9.251 in 2024. Deze toename is te verklaren vanuit de groei in het aantal opdrachten in 2024. Gerelateerd tot het aantal ontvangen opdrachten 2024 gaat het 1,5% van de opdrachten waarin uiteindelijk loonbeslag wordt gelegd.

• Het aantal dagvaardingen is met 43.108 nagenoeg gelijk aan het aantal in 2023 (43.840). Bij 7% van de ontvangen opdrachten wordt uiteindelijk een dagvaarding uitgebracht omdat het minnelijke traject niet succesvol kon worden afgerond.

• Het aantal woningontruimingen is verder gedaald van 268 in 2023 naar 185 in 2024, een afname van maar liefst 30,9%. Deze daling is opvallend, zeker gezien de stabilisatie die zich in eerdere jaren leek af te tekenen. De ontruimingen die nog plaatsvinden zijn vrijwel uitsluitend het gevolg van ernstige overlastsituaties of langdurig niet-gebruik van de woning. Ontruimingen uitsluitend op basis van huurachterstand komen nauwelijks meer voor.

• Het aantal bankbeslagen is gestegen met 50% maar blijft in omvang zeer beperkt ( 5.395 bankbeslagen). Deze stijging heeft ook te maken met de toename van het aantal opdrachten. Het middel van bankbeslagen wordt weloverwogen ingezet en alleen wanneer beslag op inkomen niet mogelijk is.

• Sommatie-exploten zijn bijna verdubbeld ten opzichte van 2023 (van 2.558 naar 6.469). Dit heeft deels te maken met terughoudendheid in het betekenen van dagvaardingen in bepaalde arrondissementen (zoals Amsterdam en Noord-Holland) in verband met onduidelijkheden rondom ambtshalve toetsing waardoor opdrachtgevers eerder kiezen voor een sommatie-exploot.

Gekozen koers
De ontwikkelingen op het gebied van exploten onderstrepen onze koers waarbij het minnelijk oplossen van betalingsachterstanden voorop blijft staan, ook binnen het gerechtelijke traject. In slechts één op de zes betekeningen volgt uiteindelijk een beslaglegging. Dat betekent dat wij voortdurend kritisch kijken naar de noodzaak en proportionaliteit van het inzetten van juridische middelen.

Onze aanpak blijft gericht op effectiviteit en maatwerk, met duidelijke aandacht voor de menselijke maat, en sluit aan bij de actuele ontwikkelingen in het politieke en maatschappelijke debat waarin de nadruk ligt op maatschappelijk verantwoord incasseren.

Meer dagvaardingen, maar ook meer oplossingen vóór de zitting
In 2024 hebben we 31.653 dagvaardingen naar de rechtbanken gestuurd. Belangrijk om te benoemen: 27% van de zaken waarin een dagvaarding is uitgebracht worden alsnog opgelost vóór de zitting. Dit laat goed zien dat door het uitbrengen van een dagvaarding ook een belangrijk moment is om alsnog tot een oplossing te komen. Zo’n dagvaarding maakt de ernst van de situatie duidelijk. Door ook na dagvaarding contact te zoeken en samen naar oplossingen te kijken, voorkomen we in veel gevallen onnodige rechtszaken en bijkomende kosten.

Ambtshalve toetsing zorgt voor veel extra werk en toename van schuldenproblematiek
Een groot deel van onze zaken betreft consumenten. In die zaken toetst de rechter standaard of de overeenkomst en voorwaarden eerlijk zijn — de zogenoemde ambtshalve toetsing. Logisch en belangrijk, maar in de praktijk zorgt het voor veel verschillen. Bijna iedere rechtbank (en binnen rechtbanken soms zelfs afzonderlijke rechters) doet het net even anders. Sinds 2023 en vooral in 2024 is de toetsing van oneerlijke bedingen flink uitgebreid, ook in zaken over zorgkosten.

Het gevolg? Dagvaardingen moeten steeds worden aangepast aan de eisen van de verschillende rechtbanken, wat veel extra tijd en capaciteit vraagt. Bovendien worden zaken regelmatig aangehouden in afwachting van antwoorden op prejudiciële vragen aan de Hoge Raad of omdat de ambtshalve toetsing veel capaciteit bij de rechtbanken vraagt. Dat vertraagt de voortgang én zorgt voor onzekerheid voor alle betrokken partijen. Wat ons veel zorgen baart is dat de vertraging ook zorgt voor een toename van de schuldenproblematiek. We zien dit met name bij huurachterstanden, energieschulden en zorgzaken. Doordat de doorlooptijd van gerechtelijke procedures langer worden neemt de hoogte van de vordering tijdens de procedure vaak toe. In afwachting van het vonnis kunnen geen maatregelen worden genomen om de vordering te incasseren waardoor de schuld groter wordt. Wij hopen dat in 2025 landelijke afspraken gemaakt kunnen worden die zorgen voor duidelijkheid en versnelling van gerechtelijke procedures.

Kinderen extra beschermen bij afsluitingen en ontruimingen
Er is steeds meer aandacht voor de maatschappelijke gevolgen van woningontruimingen en afsluitingen. Dit zijn ook ingrijpende gebeurtenissen, vooral wanneer kinderen erbij betrokken zijn. Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) benadrukt dat bij alle maatregelen die kinderen aangaan, hun belangen voorop moeten staan. Uit onderzoek van de Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman blijkt dat gezinnen met kinderen bij huisuitzettingen vaak onvoldoende beschermd worden. Kinderen worden zelden betrokken bij het proces en hun welzijn komt niet altijd op de eerste plaats. Sinds 2024 is de tendens bij veel rechtbanken dat rechters bij een ontruimingsvordering of vordering tot afsluiting van nutsvoorzieningen expliciet afwegen wat de gevolgen zijn voor de kinderen. Er moet bijvoorbeeld duidelijk zijn dat het gezin elders terecht kan voordat tot ontruiming wordt overgegaan. Dit betekent echter wel dat de taken van de gerechtsdeurwaarder in voorbereiding van de dagvaarding aanmerkelijk zijn toegenomen. Zo moeten wij bij de dagvaarding een uittreksel overleggen waarin de gezinssituatie is beschreven. Ook moet, wanneer er kinderen in het spel zijn, aangegeven worden welke maatregelen worden genomen bij een eventuele ontruiming of afsluiting. Ook hierin wordt de belangrijke rol van de gerechtsdeurwaarder als poortwachter weer bevestigd.

We nemen die verantwoordelijkheid serieus. We streven ernaar om in samenwerking met gemeenten en hulpverleners al in een vroegtijdig stadium te zorgen voor passende oplossingen, waarbij het belang van het kind altijd centraal staat.