Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 10 januari 2023 een belangrijk arrest gewezen. Hierin is bepaald dat iedere partij die tarieven in rekening brengt in verband met het verlenen van zorg, een zorgaanbieder is en dat het gebruik van specificaties van de verleende zorg niet in strijd is met de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Wat is er aan de hand?

 

Eind 2018 stuurt Infomedics, een factoringbedrijf dat factureert namens zorgaanbieders, een betalingsherinnering met factuur naar een patiënte. In de factuur stond een specificatie van de verleende zorg. Omdat de patiënte niet betaalde, startte Infomedics  een incassoprocedure bij de Rechtbank Amsterdam.

Procedure bij de rechtbank Amsterdam

Op de factuur (en op betalingsherinnering) staat als omschrijving van de verleende zorg: ‘0998xxxxx 1 of 2 polikliniekbezoeken/consultaties op afstand bij hartfalen of andere hartaandoening’. Uit deze omschrijving concludeert de patiënte dat Infomedics kennis heeft genomen van het medische dossier. Daarom, maar ook doordat Infomedics in de incassoprocedure gebruik maakt van de factuur en betalingsherinnering, is de patiënte van mening dat Infomedics als verwerker van persoonsgegevens de AVG en de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. De patiënte stelt direct een tegeneis in. Zij vordert schadevergoeding wegens inbreuk op haar privacy en vernietiging van haar medisch dossier.

De rechtbank wijst de vorderingen van Infomedics toe. De patiënte moet de factuur met bijkomende kosten betalen. De tegeneis van de patiënte wijst de rechtbank af. De patiënte heeft onvoldoende onderbouwd waarom Infomedics richting haar onzorgvuldig of onrechtmatig had gehandeld door op de factuur en betalingsherinnering een korte aanduiding van de behandeling te vermelden. Volgens de rechtbank is het gebruik ervan in een gerechtelijke procedure niet onrechtmatig, nu op partijen de verplichting rust hun vorderingen te onderbouwen met onderliggende stukken. De vordering tot vernietiging van het medisch dossier wijst de rechtbank ook af, omdat de patiënte niet heeft aangetoond dat zij daarbij voldoende belang heeft.

Naar het Gerechtshof Amsterdam

Na de uitspraak van de rechtbank gaat de patiënte in hoger beroep. Zij vindt namelijk dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de verwerking van haar persoonsgegevens – het vermelden op en in de procedure brengen van de factuur met daarop de aard van de medische behandeling – door Infomedics rechtmatig was. Dit omdat volgens de patiënte Infomedics zelf geen ‘zorgaanbieder’ is en bij het gebruik van de (behandel)gegevens ook geen voldoende (gerechtvaardigd) belang had. Bovendien is de patiënte van mening dat het overleggen van deze informatie in een procedure door de wet niet vereist is en het bewaren van het medisch dossier door Infomedics niet gerechtvaardigd is.

Verplichting vermelding prestatie
Het hof ziet dit anders en ligt haar oordeel toe in haar arrest van 10 januari 2023. Volgens haar is Infomedics wel een ‘zorgaanbieder’ in de zin van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Iedere partij die tarieven in rekening brengt in verband met het verlenen van zorg, is een ‘zorgaanbieder’. Volgens deze wet zijn zorgaanbieders verplicht een tarief in rekening te brengen met vermelding van de omschrijving van de geleverde prestatie. 

Het hof stelt dat de omschrijving van de verleende zorg op de factuur is vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit. Infomedics heeft haar wettelijke plicht op de juiste en gerechtvaardigde wijze uitgevoerd, met een (zeer) beknopte vermelding van de verrichte zorgprestatie op de factuur en de betalingsherinnering. Er is dus geen sprake van schending van de geheimhoudingsplicht van een zorgaanbieder.

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
Verder is het gebruik van de gegevens in de procedure rechtmatig, gelet op artikel 9 lid 2 sub f en g AVG: het gebruik is noodzakelijk voor de instelling, uitoefening en onderbouwing van een rechtsvordering en bovendien proportioneel. Het verwerkingsverbod van artikel 9 lid 1 AVG is niet op Infomedics van toepassing.

Vorderingen van de patiënte
Tot slot voegt het hof ten overvloede toe dat de op zichzelf begrijpelijke bezwaren die de patiënte had tegen de openbaring van gegevens omtrent haar behandeling (die inderdaad zeer persoonlijk zijn) onvoldoende zwaarwegend zijn om af te wijken van de afweging die de wetgever heeft gemaakt. Haar schadevergoedingsvordering sneuvelt dan ook. Dat geldt ook voor haar vordering tot vernietiging van het medisch dossier: Infomedics heeft betwist dat zij beschikt over dit medisch dossier en de patiënte heeft onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat Infomedics méér heeft ontvangen dan de omschrijving van de behandeling die is verricht.